Je hebt alles op punt gesteld voor een succesvolle webshop: je producten mooi online geplaatst, betalingsmogelijkheden geïntegreerd en een of meerdere pakjesbezorgers gekozen om je pakjes te bezorgen. Maar hoe trek je nu klanten aan? Met (online) campagnes leid je potentiële klanten naar je webshop. Broodnodig, maar niet gratis. Daarom is een marketingbudget essentieel.

Moet ik echt investeren?

Natuurlijk kan je heel wat ondernemen dat niets kost en ook heel belangrijk is. Denk aan mond-aan-mond reclame, organische posts, mailings, SEO optimalisatie, Google Business opzetten enz. Hoewel dit prioritair is – oa. om betrouwbaar en authentiek over te komen – zal je ondervinden dat het na verloop van tijd niet meer voldoende is. Als je bedenkt dat gemiddeld slechts 3 à 4% procent van je webshopbezoekers iets koopt, is het niet moeilijk om te concluderen dat je wel wat verkeer nodig hebt voor een succesvolle webshop.

Quanta costa?

Hoeveel trek je best uit voor je (online) marketing? Dat is de vraag die elke ondernemer zich op een bepaald moment stelt, en er is helaas geen ‘one-size-fits-all’-antwoord. Gelukkig kan je in een aantal stappen, met een paar simpele berekeningen wel een behoorlijk goed onderbouwd marketingbudget bepalen, door je budget te koppelen aan het doel dat je wil bereiken.

1. Doelen stellen en marge berekenen

• Trek de gemiddelde netto inkoopprijs af van de gemiddelde verkoopprijs van je producten. Zo bepaal je de marge per artikel.
• Bepaal hoeveel producten je wil verkopen binnen een bepaalde periode, bijvoorbeeld een kwartaal. Hou je aan een concreet en realistisch doel.
• Vermenigvuldig je marge per artikel met het doel dat je vooropgesteld hebt om je totale marge te krijgen.

Vb. De gemiddelde netto inkoopprijs van een artikel is €40. De gemiddelde verkoopprijs is €100. Je doel is dit boekjaar 2.000 artikelen te verkopen: €100 - €40 = €60 (= marge per artikel) * 2.000 artikelen (= doel) = €120.000 (= totale marge)

Je hebt nu de totale marge berekend. Maar dit is natuurlijk nog geen winst.

2. Overige kosten verrekenen

• Bepaal de overige kosten – naast netto inkoopprijs – die je zal hebben in deze periode zoals lonen, IT-kosten, verzendkosten, kantoormateriaal, …
• Trek deze kosten af van de totale marge

Vb. Overige kosten bedragen €45.000 op jaarbasis (fictief), totale marge is €120.000 (vervolg vb. punt 1) €120.000 - €45.000 = €75.000

Het bedrag dat je hiervan overhoudt is theoretisch gezien winst. Maar je – fictief – doel ga je niet halen zonder marketingbudget. Dus zal je van dit bedrag nog een stuk opzij moeten houden om je doelen te bereiken.

3. Ken je budget toe per artikel dat je wil verkopen ipv. als één geheel

Vaak wordt aangeraden 10% van je omzet te nemen als marketinginvestering. Een goede richtlijn, maar weinig onderbouwd en het maakt het je lastig je budget indien nodig te herbekijken.

Daarom is het eigenlijk slimmer jezelf een marketingbudget toe te kennen per artikel dat je verkoopt. Merk je in dat geval dat je je doel niet gaat behalen, of dat je net meer zou kunnen verkopen, bereken je al snel een nieuw marketingbudget aan de hand van je nieuwe doelstelling. Zo kan je elk kwartaal makkelijk het benodigde/beschikbare budget berekenen aan de hand van het doel dat je jezelf dat kwartaal stelt. Is een bepaald kwartaal voor jou minder populair en weet je nu al dat je dan minder verkoopt? Dan kan je voor dat kwartaal ook makkelijk al van te voren je marketingbudget bijstellen.

• Om dat te kunnen doen deel je het bedrag aan inkomsten dat je nog over hebt na verrekening van alle andere kosten terug door het aantal artikelen dat je wilt verkopen dat kwartaal/die periode. Je houdt nu een bepaald bedrag per product over. Met een deel van dit bedrag moet je je marketing gaan betalen; de rest is winst.
• Om te bepalen hoeveel je per product aan marketing kan/wil spenderen kan je als indicatie de 10% regel hanteren, maar dit is zeer afhankelijk van kostprijs van je artikelen, de marge die je kan nemen en ook de fase waarin je bedrijf zich bevindt. Je kan hier mee experimenteren tot je komt tot wat voor jou een correcte marketingkost per product is tov. de winst die je per product maakt. Dit kan zeker in het begin meer dan 10% zijn, bijvoorbeeld 20% tijdens het eerste jaar.

Vb. €75.000 over na verrekening van alle kosten. Doel is dit boekjaar 2.000 producten te verkopen. €75.000 / 2.000 = €37,5 per product. Hieruit moet zowel winst als marketing komen. We hanteren ter indicatie voor het eerste jaar 20% hiervan als marketingbudget = €7.5 per product te besteden aan marketingcampagnes.

Natuurlijk geef je deze kost niet uit per product. Om aan het begin van een kwartaal te weten hoeveel je dan hebt dit kwartaal moet je weer je budget per product (hier €7,5) vermenigvuldigen met het aantal producten dat je vooropstelt te verkopen (hier 2.000) vb. 2.000 * €7,5 = €15.000

Je hebt nu je marketingbudget bepaald. Omdat je dit aan de hand van je doelstellingen hebt berekend kan je het ook makkelijk bijstellen. Loopt de verkoop goed en ga je het target ophogen? Dan heb je makkelijk uitgerekend hoeveel extra budget je dan nodig zal hebben. bv. Ik zie in het midden van het kwartaal dat je al bijna aan je doel van 2.000 zit. Je denkt dat je wel 2.700 producten kan verkopen. Maar dan ga je ook wat meer marketingbudget nodig hebben. Dat kan ik makkelijk berekenen door opnieuw €7,5 te vermenigvuldigen, maar dit keer met mijn nieuw target, 2.700. €7,5 * 2.700 = €20.250.

Dit is dan het nieuwe budget dat bij je nieuwe target past. Heb je geen groot budget? Ontdek dan hier enkele tips hoe je je budget zo goed mogelijk kan benutten.

Meer weten over online adverteren nu je je budget hebt bepaald? Lees hier hoe je er aan begint.